Vrijdag 15 juli 2022

Monte di Fó - Bologna

63 km totaal 1097 km

Doorgaans staan we om 5:00 uur op. Vandaag gunnen we ons een extra uurtje. We moeten wel een kilometer of 70, maar voornamelijk naar beneden.

Hoewel: de eerste 10 km blijven we boven de 900 meter met veel klimmen en dalen. Na de tweede pas (968 meter) en schitterende vergezichten gaan we in razend tempo naar beneden.

In de loop van de dag wordt het sowieso warmer, maar je merkt ook dat het lager wordt. 800 meter dalen levert al een stijging op van zeven graden. Maar goed: de rijwind geeft soms nog enige variatie in onze klefheid.

Als we bij onze bed [e-38] breakfast aankomen in San Ruffano, een voorstadje van Bologna, is het weer eens 38 graden.

We zijn er vroeg genoeg om de stad te verkennen. Er rijden voldoende bussen per uur tot de late avond. Ik koop de kaartjes in de bus door mijn betaalpas bij een lezer te houden. Er wordt meteen € 36,- afgeschreven van mijn rekening. Ik had, begrijp ik, op zoek moeten gaan naar het rode apparaat ergens achter in de bus. Maar ja, wie denkt daaraan in een redelijk volle bus. De chauffeur was wel terwille, maar probeer elkaar maar eens te verstaan in een voertuig met lawaaiige airco terwijl we beiden een mondkapje dragen en een perspex scherm tussen ons in hebben. We zijn nu in het rijke bezit van twee meerpersoonskaarten, waarmee we ruimschoots alle aanwezige passagiers het komende uur betaald hebben.

Bologna is een schitterende stad. Ter grootte van Utrecht, met een uitgebreid, oud centrum. De meeste straten hebben booggalerijen, ‘portici’, waaronder het altijd droog, en voor ons nu belangrijker: schaduwrijk, is. Zelfs om 20:00 uur vermijden we de zon nog. Vanaf die tijd begint ook het avondleven op gang te komen. Tafeltjes en stoeltjes worden buitengezet en de gezelligheid begint.

We eten op een pleintje, te midden van vooral twintigers en dertigers. We voelen ons oud en jong tegelijk.

Jan Marten