Woensdag 9 mei 2018
Blijf op de hoogte en volg Jan Marten en Joke
11 Mei 2018 | Portugal, Lissabon
totaal 737 km
Ik sta na een dag fietsen onder de douche. Lekker lang. Ik denk even niet aan energieverspilling. Ik mijmer.
Portugal heeft gedurende lange tijd een soort dictator gehad: de econoom Salazar. Ik weet er het fijne niet van, maar als ik het goed begrijp, zijn door zijn toedoen zowel de crisis van 1929 als de Tweede Wereldoorlog min of meer aan het land voorbijgegaan. In ieder geval een knappe prestatie in die roerige eeuw.
Ik kan me voorstellen dat de kramp van de herinnering aan ‘39-‘45, die bijna heel Europa kent, in de destijds neutrale landen zoals Zwitserland en Portugal veel minder aanwezig is.
Toen ik het toiletgebouw hier, om het vuil van mij af te spoelen, binnenkwam, had ik een soort collectieve herinnering die een Portugees waarschijnlijk niet heeft.
Bij het zien van de oude tegels en de verouderde staat van de leidingbuizen, krijg ik een vreemd onderbuikgevoel. Er is niemand in het gebouw. Rijen tegels, wastafels uit een ver verleden tijd. Nog van ver vóór mijn padvindersverleden. Ik zie kranen met een vormgeving die ik nauwelijks ken. De buizen lopen zichtbaar door het hele complex heen, een soort Centre Pompidou, maar dan binnenstebuiten. De laatste loodgieter is hier misschien 70 jaar geleden geweest. Daarna slechts wat lapwerk. Ik loop een van de hokjes binnen. Er is een glazen deur, die door langdurige kalkaanslag tot matglas is geworden. Het is allemaal heel lang niet gebruikt. Alles is droog.
Direct uit de muur komt een douchekop. Model eind jaren 30.
Nee, ik aarzel niet om de kraan open te zetten (ik kan kiezen tussen twee blauwe knoppen), maar ik denk dat in Nederland zoiets niet meer kan bestaan, alleen al door de herinnering van zo’n 70 jaar geleden. Misschien is het mijn brein, denk ik dan, door de vorige generatie aangetast.
Toch lijkt het me een enorm voordeel om als Portugees de historie minder zwart te kunnen zien. Dan kun je dit soort inrichting onverdacht laten bestaan.
Weg met vooroordelen dus!
De douche is lekker warm.
Eigenlijk zouden we op de strandcamping van Sesimbra staan, maar we reden zestien kilometer ervoor tegen dit kampement aan. Morgen scheelt het ook nog eens ruim tien kilometer. Vreemd eigenlijk: we maken graag veel kilometers maar als we een stukje kunnen afsnijden, doen we dat.
Het is een terrein tegen de berg op, een terrassencamping. De beheerder is aardig en spreekt een paar woorden Engels en Frans. De inschrijfceremonie heeft ook hier Afrikaanse proporties. Niet zo erg als vanmorgen bij het uitschrijven van de camping in Alcáres do Sal. Daar zaten drie dames achter de balie, onder het toezicht van een sterke man, die met elkaar zich akkoord moesten verklaren met ons vertrek. Ik meldde me bij nummer een. In de willekeurig geordende kaartenbak zocht vervolgens nummer drie mijn naam ‘Jan Marten’. Eerst aan het begin, dan aan het eind, dan weer ergens in het midden. En telkens zei ze: Não. Soms las ze een Portugese naam op en keek mij vragend aan. Nee, ik heet geen ‘Aguinaldo’ of ‘Guilherme’, moest ik toegeven. Uiteindelijk blijkt de laatste kaart die van mij te zijn. Het materiaal wordt aan nummer twee gegeven. Die kijkt mij aan en zegt dat ik moet betalen. Ja, dat wist ik. Dat wordt aan nummer een doorgegeven.
Dat is dan twaalf euro, zegt zij.
Nee, zegt nummer twee, het is elf euro.
O, sorry, zegt een.
Mag ik mijn ANWB-kaart terug? Dat vraag ik aan nummer twee.
Heeft hij zijn kaart nog niet terug? Vraagt twee aan drie.
O, sorry, zegt drie en geeft de kaart aan nummer twee.
Alstublieft, zegt nummer twee.
De man kijkt ondertussen glimlachend toe.
Nu is op onze plaats van aankomst de administratie niet veel anders, alleen alles wordt door één persoon gedaan. Dat scheelt een hoop onderlinge communicatieproblemen.
Omdat we in the middle of nowhere zitten, zou het wel prettig zijn als we hier ook kunnen eten. Onze knorrende magen zouden ‘s nachts door het weerkaatsen tegen de hellingen de hele camping wakker houden.
En, hoewel de voorzieningen in het restaurant vergelijkbaar zijn met de al eerder beschreven wasgelegenheid, beleven we hier een avond om niet meer te vergeten.
Het vuur wordt buiten aangemaakt en de kok annex barman staat gereed. Een oude vrouw is de achterwacht, voor de afwas en het in- en uitladen van de bestelauto. Er worden nog twee meisjes ‘ingevlogen’, want er zijn maar liefst acht gasten deze avond.
Het eten is heel lekker en we worden echt persoonlijk bediend. Nee, deze avond kan niet meer stuk.
Nu sta ik in het washok mijn tanden te poetsen voor het slapen gaan. Ik heb mijn toilettas op het planchet staan, dat niet echt vast ligt onder aan de spiegel. Het zal wel van plexiglas zijn, anders is het levensgevaarlijk.
Jan Marten
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley