Maandag 29 april 2019 - Reisverslag uit Oegstgeest, Nederland van Jan Marten en Joke Vries - WaarBenJij.nu Maandag 29 april 2019 - Reisverslag uit Oegstgeest, Nederland van Jan Marten en Joke Vries - WaarBenJij.nu

Maandag 29 april 2019

Blijf op de hoogte en volg Jan Marten en Joke

01 Mei 2019 | Nederland, Oegstgeest

St. Goar - Mainz 64 km
totaal 320 km

We rijden vandaag de hele tijd langs de Rijn. De rivier aan de linkerhand.
De scheepvaart zien we voortdurend van ‘strook’ wisselen,
zoals in de u-bocht bij Boppard. Dit is nodig vanwege de stroming. Het vereist behoorlijke stuurmanskunst om zo’n bocht te nemen. Soms zien we een vaartuig bijna dwars op de stroom liggen.
Wij hebben het op de fiets maar makkelijk.

Nu hebben ze in Duitsland de gewoonte om tweerichtingsfietspaden afwisselend links en rechts aan te leggen. Dan moeten we ineens naar de overkant. En zie daar dan maar eens te komen over een drukke weg met vier stoepranden. Na vijfhonderd meter worden we soms weer gedwongen het fietspad aan de andere kant te nemen. Weer een drukke weg, vier stoepranden en als bonus een plas water. Dan maar beter schuin oversteken.
Ondanks mijn hierboven beschreven nautisch inzicht zie ik Joke vaak eerder aan de overkant. Vrouwelijke intuïtie. Of impulsiviteit?

We rijden langs het mooie stadje Bacharach naar Bingen. Qua muziekgeschiedenis dus tegen de chronologie in. We rijden immers stroomopwaarts.
Bacharach kennen we van Burt. Van tijdloze melodieën als ‘Raindrops keep faling on my head’ en ‘Do you know the way to San José’. Even heb ik de aanvechting om iemand te vragen: ‘Wissen Sie auch den Weg nach Bacharach’. Maar Bacharach is gewoon rechtdoor, immer geradeaus. En wie zou de knipoog begrijpen?
Van de nog steeds optredende Burt naar de mystica Hildegard. Zeven eeuwen terug. Vijftien luttele kilometers. De muziekhistorie speelt zich razendsnel achterstevoren in mijn hoofd af. Verder terug dan Hildegard kan ik niet. Van haar is de ons eerste genoteerd overgeleverde westerse muziek.

Dan zie ik de u-bocht in de Rijn. De grote vrachtschepen die hier moeite doen om niet dwars op de stroom te komen liggen. Alle mystiek ten spijt: het gaat hier al sinds mensenheugenis om één ding: overleven. De stroming is zo snel, dat de schepen stroomopwaarts veel moeite hebben. Wij zijn als fietsen veel sneller.
Ik vraag me af, hoe het vroeger ging met die Rijnvaart. Voor de tijd van de dieselmotor of zelfs de stoomaandrijving. Wikipedia op de telefoon is in deze gevallen een uitkomst.
Wat ik al vermoedde: er ging veel meer stroomafwaarts dan stroomopwaarts. Voor afwaarts hoef je niets te doen, voor opwaarts was men tot in de negentiende eeuw afhankelijk van paarden, mankracht en zeil. Maar waarom dan werden al die kastelen bovenop de rotsen langs de Rijn gebouwd? Zeker, strategische punten militair gezien, maar vooral voor de tolheffing. Langs de Rijn waren 32 tolpunten. Tolheffing op de Rijn was een van de belangrijke bronnen van inkomsten!
Wat ging er dan de Rijn op en af?
‘s Avonds in Mainz vinden we het antwoord: er staat een standbeeld van de vlotvaarder.
Holland moest van overheidswege sinds 1521 zijn huizen van steen bouwen om het brandgevaar te verkleinen. Daarvoor waren veel lange, kaarsrechte boomstammen nodig. Amsterdam alleen al is gebouwd op honderdduizenden palen. Die kwamen uit Zuid-Duitsland, samengebonden tot vlotten. Al die vlotten, die van verschillende kleinere rivieren kwamen, werden samengebonden in de Rijn tot één groot vlot. Met maximumafmetingen van 220 bij 45 meter. De bemanning, soms wel vijfhonderd man, ontscheepte in Dordrecht en Rotterdam om vandaar weer naar huis te lopen. Een reis duurde zo’n drie maanden. Aan boord was een heel dorp met onderkomens voor de bemanning, een stal, een slachterij, een bakkerij. Er waren passagiers in hun eigen onderkomen, vaak volksverhuizers met hun hele hebben en houden, en runderen, kippen. Langszij en voor het vlot uit tientallen kleine roeiboten, die moesten bijsturen, de tegenliggers moesten waarschuwen, de tolposten benaderden.
Nadat de vlotten werden ontmanteld, werd het bruikbare materiaal per trekschuit weer terug gevaren.
Ik heb nooit enig idee gehad dat deze intensieve scheepvaart bestond. Terwijl de vlotvaart tot in de jaren zestig is doorgegaan. Zelfs in de huidige vaarreglementen staan deze vlotten nog beschreven.
De vrachtschepen van nu vallen dus in het niet in vergelijking met de vlotten die eeuwen lang over de Rijn voeren.
Ik stel me voor hoe dat gegaan moet zijn in die bochten met stroomversnellingen. Ja natuurlijk, vooral rond de Loreley, waartegenover we vanmorgen nog wakker werden. Luide commando’s van de vlotmeester, geschreeuw van de bemanning, gehuil van de passagiers.
Met de fiets is het toch makkelijker. Daarvoor steek ik graag af en toe de weg over.

Jan Marten

  • 02 Mei 2019 - 06:39

    Hilde:

    Dank, Jan Marten, voor deze geschiedenisles!
    Ik had er (ook) geen idee van. Nu heb ik nog meer eerbied voor
    Amsterdam
    die grote stad,
    die is gebouwd op palen.
    Als die stad eens ommeviel
    Wie zou dat betalen



  • 02 Mei 2019 - 06:51

    Hans Reitsma:

    Hoi Jan Marten,
    Dat is een interessant verhaal. Toch eens kijken of ik daar in de volgende druk nog een plaatsje voor kan inruimen!

  • 02 Mei 2019 - 18:58

    Rob:

    Mooi stukje geschiedenis weer naar boven gebracht. Ook woonden er in het verleden vele nimfen langs de oever van de Rijn die totdat de mensen in hun omgeving het een beetje beu waren. Alle nimfen werden verjaagd op één nimf na. Een bloedmooie nimf met goudblinde lange haren en een stem waar een lijster een minderwaardigheidscomplex van zou krijgen. Deze nimf vestigde zich op een van die rotsen die jij Jan Marten beschrijft en vandaar uit betoverde ze met het haar zang de
    schippers die hun aandacht niet meer bij het varen hadden, maar werden meegesleept door haar betoverende zang en zo op een minder romantische manier de U-bocht uit vlogen.
    Ook de vlotvaart had er veel last van en bijna elk vlot lag vrij vlot uit de bocht.
    Dit alles is ook nog terug te lezen in het wetenschappelijk onderbouwde boek van Suske en Wiske
    "de Snikkende Sirene".
    Veel plezier verder beidjes en op naar het volgende avontuur.

  • 03 Mei 2019 - 05:12

    Ab :

    Mooi om met jullie verschillende invalshoeken mee te lezen. Behalve fietsers zijn jullie in mijn ogen goede schrijvers.
    PS: Het verspringen van fietspaden langs drukke wegen komt ook in Nederland voor. Dicht bij huis tussen Rijnsburg en Noordwijk bijvoorbeeld. Ik (en niet alleen ik) vertik het om steeds over te steken.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jan Marten en Joke

Een reis naar Bordeaux. De eerste stap naar Santiago de Compostella. Een reis die we van A tot Z willen maken. Zie de foto, genomen in de startplaats Haarlem: het herdenkingsmonument van Lennart Nijgh, die voor Boudewijn de Groot de volgende regels schreef: Geef de reiziger het woord, laat de reiziger vertellen -

Actief sinds 18 April 2012
Verslag gelezen: 484
Totaal aantal bezoekers 208956

Voorgaande reizen:

18 Mei 2023 - 11 Juni 2023

Twaalfde reis: Venetië - Lombardije - Venetië

26 Juni 2022 - 22 Juli 2022

Elfde reis: Venetië - Rome - Venetië

02 Juli 2021 - 25 Juli 2021

Tiende reis: Oegstgeest - Oegstgeest

02 Juli 2020 - 27 Juli 2020

Negende reis: Oegstgeest - Oegstgeest

26 April 2019 - 22 Mei 2019

Achtste reis: Roermond - Venetië

25 April 2018 - 23 Mei 2018

Zevende reis: Sevilla - Faro - Lissabon - Porto

31 Mei 2017 - 26 Juni 2017

Zesde reis: Zilverroute, Sevilla - Santiago

19 Augustus 2016 - 17 September 2016

Vijfde reis: Teruel - Granada - Malaga - Sevilla

28 Juni 2015 - 25 Juli 2015

Vierde reis: Girona - Valencia - Girona

27 Juni 2014 - 27 Juli 2014

Derde reis: Poitiers - Santiago de Compostela

28 Juni 2013 - 26 Juli 2013

Tweede reis: Maastricht - Pyreneeën

27 April 2012 - 18 Mei 2012

Mijn eerste reis: Oegstgeest - Poitiers

Landen bezocht: