Maandag 5 juni 2017 - Reisverslag uit Almoharín, Spanje van Jan Marten en Joke Vries - WaarBenJij.nu Maandag 5 juni 2017 - Reisverslag uit Almoharín, Spanje van Jan Marten en Joke Vries - WaarBenJij.nu

Maandag 5 juni 2017

Blijf op de hoogte en volg Jan Marten en Joke

07 Juni 2017 | Spanje, Almoharín

Zafra - Mérida
65 km totaal 261 km

Niet lang na ons vertrek uit Zafra rijden we het typische Extremadura-landschap in. Behoorlijk vlak, overal uitgestrekte olijvengaarden en, iets minder in oppervlakte, druiven als aanplant. Ik rijd, zoals vaker, iets sneller dan Joke. Dan wacht ik, als het gat te groot is, of wanneer ik een foto wil nemen.
Het lijkt wat op La Mancha, maar het is allemaal net wat meer geaccidenteerd. Of het daardoor komt dat Extremadura iets afwisselender, en dus interessanter, is, weet ik niet. Ik blijf tenminste wel alert. Vorig jaar in La Mancha ging ik hallucineren. Dat kwam, bleek later, door de koorts.

Op een van de heuveltoppen rij ik wat langzamer (ja, natuurlijk: net de weg omhoog gehad) en ik hoor in de berm wat vreemde geluiden. Een beest? Ik zie een lichte damp. Ik stop en rij terug. Het knettert. Het rookt. Het brandt. Als Joke een minuut later aankomt (zo langzaam fietst ze toch ook niet) slaan de vlammen uit de struiken. Nu twijfel ik of 'berm' etymologisch verwant is met 'braam', maar meteen schiet mij het verhaal van Mozes te binnen. Mozes ziet en hoort God in een spontaan ontbrandende braamstruik. Een bijbelverhaal. Het gaat over een godservaring. Mozes leert God kennen in een brandende struik, zomaar langs de kant van de weg.

Een van de aspecten van het verhaal is, dat Mozes de struik wel zíet branden, maar dat de struik niet wordt verteerd. Die indruk heb ik hier niet.

We vragen ons af of we deze bermbrand moeten melden, of we misschien een van de weinige auto's moeten aanhouden, of ons kostbare water moeten inzetten.
Maar de automobilisten rijden langs ons heen, terwijl de rookpluim groter wordt. Kennelijk is men hier gewend aan godservaringen. Of zien wij dingen die er niet zijn? Wordt Extremadura voor mij toch een soort La Mancha?
We besluiten verder te fietsen. We zijn Mozes niet!

De brand blijft wel in mijn hoofd zitten. Zou zoiets nu echt spontaan gebeuren? Hoe erg is dit? Bestaat er kans op uitbreiding? Ik blijf al fietsend naar de berm kijken die telkens weer langs komt. Natuurlijk komen wÍj langs, maar wisseling van perspectief kan leerzaam zijn. Is het niet voor de berm dan wel voor ons.

Inderdaad zie ik plaatsen waar eerder een beperkte brand heeft gewoed. Wat mij nu echter veel meer opvalt, is de onbeschrijfelijke troep die in de berm ligt. Nou ja, onbeschrijfelijk? Ik wil wel een poging wagen: elke meter liggen aan één kant vier blikjes. Sommige zijn al zo oud, dat ze in een verzameling niet zouden misstaan. En als ik schrijf 'elke meter' dan bedoel ik ook 'elke meter'. Het is dus niet zo dat dat alleen in de buurt van een uitspanning is. Nee, juist niet: daar ruimt men het op. Het gaat dus om afval dat gewoon uit het autoraampje wordt gegooid.

Blik (aluminium) verdwijnt misschien nog wel na een paar honderd jaar. Maar plastic vergaat niet. Valt alleen uit elkaar, waait weg en komt wie weet waar terecht.

Al fietsend denk ik: Boyan Slat zou veel minder van die plastic soep uit de oceaan hoeven halen, als hij die vervuiling aan de bron aanpakt. Hier dus! Vervolgens blijf ik de volgende 50 kilometer de berm observeren om er allerlei berekeningen op los te laten.

Ik heb een afwijking. Nee, ik heb veel afwijkingen. Maar deze is vandaag aan de orde. Ik denk altijd overal: hoe zou ik nu, met wat ik bij me heb, overleven. Als ik in een stad ben, heeft dat vooral een sociale component. Maar als ik door de Spaanse binnenlanden fiets, stel ik mij de vraag hoe en hoe lang ik het zonder hulp van buiten zou uithouden. In dit geval natuurlijk samen met Joke. Stel dat we nu stil moeten staan, er geen hulp van buiten is. Hoe overleven we dan?

We hebben een tent. Die blijft wel een jaar staan. We hebben kleren, de winter zal moeilijk zijn, maar we kunnen ons aan elkaar warmen. Eten: ja, als Joke ingepakt heeft moet dat wel een week te doen zijn. Bovendien zijn we hier tussen de olijvenbomen en de druivenranken. Water is misschien wel het grootste probleem. Joke gaat dan nooit zonder vier liter vocht op stap, maar dat is hier met twee dagen wel op. Regen, daar zouden we het van moeten hebben. Er ligt elke 50 meter wel een vijf of acht liter plastic watercontainer, dus als je het eenmaal verzameld hebt, is het bewaren geen probleem. Ik heb een zonnepaneel waarmee we wel een paar uur per dag online kunnen zijn. Dus deze blog gaat ook wel een jaar of wat door. Ik bedoel: als de zeespiegel plotseling een paar meter stijgt en slechts enkele gelukkigen in Nederland zich op de Domtoren in Utrecht hebben verzameld, kunnen we in ieder geval met hén communiceren.

Met onze opvouwbare stoeltjes kunnen we de dag aardig doorbrengen, we hebben extra schoenen, gereedschap. Ik heb m'n reisklaviertje bij me en m'n mondharmonica. Wat wil je nog meer?

Maar ik denk nu na over het volgende: wat als we met het afval dat we, zeg 100 meter, om ons heen vinden, een noodonderdak zouden moeten bouwen? Met een actieradius van 100 meter aan twee kanten zouden we 1600 blikjes hebben, 1000 anderhalve literflessen en heel veel glazen flessen.
Eén blikje meet 11,5 x 6,5 centimeter. Daarmee kunnen we een muur bouwen van 6,60 meter lang en 1,80 meter hoog. Met de plastic flessen hebben we genoeg voor een doorzichtige wand van dezelfde afmetingen. Buitendeur en dakje maken we van de ruim aanwezige zware plastic zakken en het landbouwplastic. Altijd wel ergens een paar vierkante meter onder handbereik. Voor de basis van een semi-permanent optrekje van twaalf vierkante meter hoeven we maar 100 meter de ene kant op te lopen en 100 meter de andere. Bij ons thuis is de Gamma al 4 kilometer verderop...

Het minst problematische afval wordt gevormd door de pallets van hout. Fantastisch materiaal om een dakje op te laten steunen. Hier en daar is bouwafval te vinden. Vooral tegeltjes, leuk voor de vloer.
Kastjes en een aanrechtje kunen we maken van de verloren plastic landbouwkistjes, de opbergdozen die op een of andere manier uit een auto zijn geraakt. Borden en bestek is weggeworpen McDonalds-materiaal. Voor de gasten, want wij zelf hebben al voldoende keukengerei bij ons op de fiets.
Met de restanten waterslang en elektriciteitsbuis die ik zie liggen, kunnen we ons paleisje zelfs van stromend water voorzien!

Het lijkt nu wel alsof we alle rotzooi kunnen gebruiken. Maar wat we met alle glazen flessen aanmoeten? Elke twee meter ligt een literfles, meestal zijn het bruine bierflessen. Dat betekent dat er binnen de ons gestelde 200 meter (aan beide kanten) 200 flessen liggen. Een literfles weegt 520 gram, lees ik, dus we hebben maar liefst 104 kilo glas. Zoveel glas hebben we als raam in ons huis in Oegstgeest niet eens, denk ik!

Tot zover is de benadering van de hoeveelheid zwerfvuil vanuit het kleine gedacht. Boyan Slat zou er direct een gróte rekensom op loslaten. Nou, ik heb vandaag ook nog 10 kilometer te fietsen, dus sla ik ook aan het cijferen.

Als namelijk elke 200 meter zo'n noodwoninkje kan worden neergezet, dan zouden we op de totaalroute van 1300 kilometer maar liefst 6500 van dIe gebouwtjes neer kunnen zetten. Of nog groter: Spanje heeft zo'n 360.000 kilometer weg. Met het zwerfvuil dat ernaast ligt, kun je 1,3 miljoen huisjes bouwen. We zijn met zijn tweeën, dus het huis van 2,6 miljoen mensen ligt hier langs de weg.

Het zijn rekensommen, waarvan je niet altijd even vrolijk wordt... Toch goed als je er af en toe op gewezen wordt.

Dus toch: een godservaring?

Jan Marten

  • 08 Juni 2017 - 11:10

    Marianne:

    Lekker bezig!!!!! Ook nog iets anders gezien onderweg dan AFVAL???

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jan Marten en Joke

Een reis naar Bordeaux. De eerste stap naar Santiago de Compostella. Een reis die we van A tot Z willen maken. Zie de foto, genomen in de startplaats Haarlem: het herdenkingsmonument van Lennart Nijgh, die voor Boudewijn de Groot de volgende regels schreef: Geef de reiziger het woord, laat de reiziger vertellen -

Actief sinds 18 April 2012
Verslag gelezen: 316
Totaal aantal bezoekers 207649

Voorgaande reizen:

18 Mei 2023 - 11 Juni 2023

Twaalfde reis: Venetië - Lombardije - Venetië

26 Juni 2022 - 22 Juli 2022

Elfde reis: Venetië - Rome - Venetië

02 Juli 2021 - 25 Juli 2021

Tiende reis: Oegstgeest - Oegstgeest

02 Juli 2020 - 27 Juli 2020

Negende reis: Oegstgeest - Oegstgeest

26 April 2019 - 22 Mei 2019

Achtste reis: Roermond - Venetië

25 April 2018 - 23 Mei 2018

Zevende reis: Sevilla - Faro - Lissabon - Porto

31 Mei 2017 - 26 Juni 2017

Zesde reis: Zilverroute, Sevilla - Santiago

19 Augustus 2016 - 17 September 2016

Vijfde reis: Teruel - Granada - Malaga - Sevilla

28 Juni 2015 - 25 Juli 2015

Vierde reis: Girona - Valencia - Girona

27 Juni 2014 - 27 Juli 2014

Derde reis: Poitiers - Santiago de Compostela

28 Juni 2013 - 26 Juli 2013

Tweede reis: Maastricht - Pyreneeën

27 April 2012 - 18 Mei 2012

Mijn eerste reis: Oegstgeest - Poitiers

Landen bezocht: