Dinsdag 14 juli 2015
Blijf op de hoogte en volg Jan Marten en Joke
17 Juli 2015 | Spanje, Marina d'Or
22 km totaal 859 km
Valencia is een mooie stad. Vandaag lopen en fietsen we door het centrum, door grote en kleine parken, naar de havens, naar het strand.
Het aantal inwoners van Valencia is ongeveer gelijk aan dat van Amsterdam. Maar het verkeer is natuurlijk totaal anders.
Dat heeft natuurlijk te maken met historie en vooral met geografische gegevenheden. Dat 50 jaar geleden de loop van de rivier, die dwars door de stad stroomde, is verlegd, is een belangrijke keuze voor de toekomst gebleken. De oude rivierbedding is nu één langgerekt stadspark van tien km geworden. Een, letterlijke, verdieping, alleen voor wandelaars, sporters, picknickers, zonaanbidders en fietsers. Te gebruiken voor evenementen en allerlei andere buitenactiviteiten.
De fiets is daardoor in de stad een belangrijk vervoermiddel geworden, ook buiten het park. Door heel Valencia is een net van groene stroken op het trottoir aangebracht als tweerichtingsfietspaden. Vaak nog geen meter breed, dus het is altijd even opletten op tegenliggers. Interessant is het om te zien hoe een stad binnen de bestaande infrastructuur heeft gezocht naar oplossingen om zich aan de fiets aan te passen. Er zijn geschreven en ongeschreven regels die meestal in de praktijk zijn ontstaan. Dat is in Nederland niet anders. Utrecht is bijvoorbeeld de stad met de meest typische fietsproblemen. Het massaal door rood licht rijden wekt de grootste irritatie op bij andere weggebruikers, met name bij automobilisten. Onlangs heeft iemand een van de drukste kruispunten in de Utrechtse binnenstad onderzocht. De uitkomst was, dat als alle fietsers keurig voor rood zouden wachten, er één groot verkeersinfarct zou ontstaan. Het massaal door rood licht rijden is in Utrecht dus niet zozeer het negeren van de regels, als wel het noodzakelijk aanpassen aan de situatie.
Valencia is qua infrastructuur anders dan Amsterdam of Utrecht. Wat wel hetzelfde is, is de vlakke ligging, een voorwaarde voor het gebruik van stadsfietsen. Je ziet dan ook veel huurfietsen, dat geeft het gemak van het vervoermiddel aan.
In Valencia heb je brede (soms wel acht rijstroken) hoofdwegen/-lanen die bijna altijd eenrichting zijn. Een Hollander herken je onmiddellijk aan het 'Links-rechts-links gekeken? Dan pas oversteken!' Een autochtoon kijkt maar één kant op, namelijk die waarvandaan het verkeer komt. Hij zou ook omhoog kunnen kijken, maar hij weet dat de kans dat er een auto uit de lucht komt vallen niet erg groot zal zijn. Joke is een typisch Hollandse. Ze controleert altijd, zelfs nog tijdens het oversteken, of er van de foute kant écht geen verkeer komt. 'Verwacht altijd het onverwachte!' sprak haar rijinstructeur veelvuldig. Dat is wat ze aan de rijlessen heeft overgehouden...
In Valencia lopen de, altijd gecombineerde, voetganger-/fietsverkeerslichten gelijk mee in het schema met die van de autoweg. Twee minuten lang staan ze op groen, daarna drie minuten op rood. Een cyclus van 5 minuten. Ondertussen raast het verkeer met zo'n 70 km per uur langs je heen. Iedereen houdt zich hier aan het rood. Heel praktisch: in 90 procent van de gevallen zou je een paar seconden later van de weg gepeuterd moeten worden. Wanneer er echt in de verste verte geen verkeer te zien is, zal de Valenciaan het rood negeren. En dan ook wel weer massaal. Toch een beetje basic Uteregs dus.
Het meest interessant vind ik wel de verhouding voetganger-fietser. Omdat die bij ons in Nederland in verschillende banen worden geleid, meestal gescheiden door trottoirbanden en andere fysieke drempels, zijn dat ook twee verschillende groepen. Zo gedragen ze zich ook. Op het moment dat een wandelaar zich op het fietspad bevindt, wordt er door de fietser driftig gebeld, vuil gekeken dan wel adequaat gescholden: 'Ken je niet kijken? Dit is voor de fietsers!' Of: 'Joh, je mag hier niet fietsen, dat is gevaarlijk!'
In Valencia zijn de fietsbanen op de trottoirs gemarkeerd. Meestal groen, soms rood. Ze zijn vaak fysiek te smal en maken bij bochten soms een hoek van 90 graden. Zou je binnen de lijntjes willen blijven, dan moet je afstappen en steken, in overleg met de tegenligger.
Je kan natuurlijk ook gewoon de rest van het trottoir gebruiken. Dat is makkelijk en zo gebeurt het ook. Wat je nu ziet, is dat voetgangers en fietsers beiden weten dat ze van de zelfde weg gebruik moeten maken. En elkaar daarom ook de ruimte geven. Een wandelaar loopt op de fietsstrook, de fietser glimlacht en gaat er ruim omheen. Ook de tegenligger doet dat, hij kijkt of hij links of rechts langs jou heen zal gaan. Links, want er staat een paaltje in het trottoir. O, en ook nog een gat. Jij kan net het autoportier dat open gaat omzeilen en zo gaat iedereen rustig zijn eigen weg.
Haast is uit den boze. Harder fietsen dan 10 km per uur doe je gewoon niet. Nog nooit zo vaak heb ik geglimlacht naar voetgangers die mij in de weg liepen. Leerzaam.
Jan Marten
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley