Zaterdag 19 juli 2014
Blijf op de hoogte en volg Jan Marten en Joke
19 Juli 2014 | Spanje, Sotogayoso
83 km totaal 1370 km
Vandaag is een bijzondere dag. Maar liefst 82 km fietsen en een voor ons ongekend hoogteverschil. We stijgen van 950 naar 1515 meter en daarna zijn we binnen vijftien km meteen 1000 meter lager.
Even ter vergelijking: de door ons gereden Pyreneeënpas lag op 1067 meter hoogte. We kwamen toen van 168 meter, dus op het eerste gezicht lijken de Pyreneeën moeilijker, maar schijn bedriegt. Een belangrijk aspect is: hoe hoger hoe kouder. Maar wat het meest telt: toen we de Pyreneeën 'namen', dachten we dat het zwaar zou zijn, dus beperkten we onze rit toen tot zo'n 35 km. Op een dag als vandaag denken we beduidend meer te kunnen, want, ach ja, 'het gaat na de top toch alleen naar beneden'.
Maar dat is wel erg kort door de bocht gedacht! De hellingpercentages naar beneden zijn zo groot, dat je je tot in je diepste vezels moet concentreren om je snelheid te beperken. Als je niet zou remmen zou je snel boven de 80 km per uur rijden. Waarmee je bij de eerstvolgende bocht rechtdoor zou gaan. Natuurlijk heel bijzonder om in je laatste momenten, als je een paar honderd meter naar beneden valt, die prachtige vergezichten te zien, maar die deel je toch graag het liefste...
Het is dus zaak om vooral niet te hard te rijden en daarbij ook niet te hard te remmen. Soms ga je met een noodgang naar beneden en denk je dat je op weg bent naar een lichte helling omhoog, maar dan blijkt het uiteindelijk te gaan om een iets mindere helling maar beneden.
Ik krijg bijna kramp in mijn vingers. Het is koud en het miezert een beetje. Maar op zich toch redelijk helder.
Vlak voor Ponferrada gaan we in zo'n klein sfeervol plaatsje op een terrasje zitten. Meteen begint het flink te regenen. We kunnen naar binnen, waar de houtkachel net aangemaakt wordt. Het lijkt wel november in de jaren 50.
We zoeken nog contact met Rob, maar die blijkt ons 10 km voor te liggen. We hopen hem vanavond nog tegen te komen.
Het zou voor de fietsende vakantieganger heel welkom zijn als droge en regenperioden zich op een wat meer geregelde basis zouden afwisselen. Bijvoorbeeld altijd droog op de even uren en dan weer een stevige regenbui op de oneven uren.
Het eeuwige gewissel met regenkleding kost veel tijd en ook mentale energie.
De eerste helft van de tocht valt nog mee qua regen, al is het wel koud.
We bereiken vandaag het Cruz de Fero (het ijzeren kruis) op 1504 meter, waar we onze stenen (zie het verslag van gister) willen neerleggen.
Onderweg in één van de vele koffietentjes, zien we het gezin dat we gister ook al in Astorga hebben gezien. Vader, moeder en drie jongetjes van (bij navraag) 8, 7 en 4 jaar. Twee jongens hebben een eigen fiets, de jongste zit op een stangzitje bij vader.
En nu allemaal in het smetteloos wit! Gisteren waren ze alle vijf in het rood. Een soort eenheidskleding die iets karikaturaal Duits aandoet, een soort Von Trapp-familie. Ze spreken een oost-Europese taal, maar dan haast zangerig-Italiaans. Ik raad het al: Slovenië. We praten wat over onze vakanties daar en over hun knappe manier van het rijden van deze tocht. Vader en moeder hebben twee kleine zijtasjes en een rugzakje. Allemaal hebben ze kleine stuurtassen. De zoon van 7 wel een heel kleine. Ze hebben ook een tent bij zich, maar waar eigenlijk? We kunnen hem niet zien. Het komt allemaal heel gedisciplineerd over. Dat moet ook wel.
Onderweg naar boven vraagt Joke aan mij, in welke plaatsen in Slovenië we eigenlijk geweest zijn. We komen niet ver: Bohinj, Bled en Ljubljana.
Tien minuten later kom ik ineens naast Joke rijden en roep: 'Nazarje!' Dat was het klooster waar ik ooit een orgeldienst heb gespeeld. Omdat ik toevallig daar langs wandelde en de lokale organist op bedevaart was.
Het Cruz de Fero is zeker niet de uitgemolken toeristische trekpleister die we dachten. Gelukkig! Het heeft nog allemaal iets persoonlijks. Er is geen winkeltje, alleen maar een (gesloten) kapelletje. Wie een reis van soms meer dan duizend kilometer een steen mee neemt naar het hoogste punt van het hele traject om die daar neer te leggen, doet iets wat een mens fysiek en mentaal raakt. Laat ik het zo omschrijven: je neemt je eigen ballast mee op een tocht waar je in feite alleen genoeg hebt aan je zelf. Een last die je boven, dus juist op de moeilijkste plek, aflegt. Niet iedereen zal dit rituele aspect zo sterk voelen, maar als je kijkt naar de mensen, naar de neergelegde (beschreven) stenen, foto's, briefjes en andere herinneringen, moet je constateren dat hier een plek is, waar mensen rituelen hervinden, waar respect is voor elkaar.
Wat ik zelf ook erg mooi vind, is dat de stenen 'op de grote hoop' worden gelegd. Een ander gaat mogelijk het volgende moment bij het bereiken van het hoogste punt van de steenhoop op jóuw steen staan. Waarmee eigenlijk jouw afgelegde ballast weer de grond om te lopen voor anderen is. Ik zie zo zelf allemaal dubbele lagen in dit ritueel.
We leggen onze stenen tussen al die andere die de berg vormen waarop het kruis staat.
Een vrouw alleen, die de Camino loopt, komt eraan. We hadden haar al een tijdje terug ingehaald. Ze blijkt ook al Sloveens te zijn. Ze vraagt of ze van ons samen een foto zal maken op ons toestel. Heel leuk natuurlijk! Dan zullen wij haar hier ook fotograferen. Dat elkaar op de foto zetten gebeurt hier natuurlijk altijd. Maar al lijkt het vergelijkbaar met het kiekje dat je van een groep Japanners op de Magere Brug maakt, hier zie ik iets anders. Het is het aspect van het delen van andermans zwaarte, of liever: van het afleggen ervan. Ik hoef niet te weten wát je hierheen hebt gebracht, maar we weten wel van elkaar dát we dit doen. Hier past dus afstand én verbondenheid.
Als wij weg willen gaan, zeg ik tegen de vrouw 'Na svidenja!', waarop zij zich verbaasd omdraait. Het is zo ongeveer het enige Sloveens dat ik nog ken van onze vakanties, maar het werkt wel. Ik zeg, dat ik er twee keer ben geweest. 'Waar?' vraagt ze. 'In Nazarje' zeg ik, omdat ik mij nu dat als eerste herinner. 'Maar ik kóm uit Nazarje!' zegt ze
Gekend worden, het kan toeval zijn.
Even later zien we haar met haar steen. Ze zit, heel intens, op de grote hoop. Iemand die wat meedraagt. Meer weten we niet, meer hoeft niet.
Op dat moment komt ook het Sloveense gezin op de fiets aan. Nu met allemaal blauwe regenjasjes over hun witte basiskleding.
Hm, Slovenen, het lijkt ineens wel een plaag. Maar het is een schattig gezicht, met die jongetjes die enthousiast fietsen. Ook van hen maken we een foto, maar nu neem ik ook twee foto's van het gezin op mijn eigen toestel. We zeggen weer dag ('Na Svidenja!') en vervolgen onze reis.
Jan Marten
-
21 Juli 2014 - 23:16
Auke De:
Zo'n 1000 meter naar beneden poeh, dat zijn behoorlijk wat nadstropjes.
kus Auke -
22 Juli 2014 - 09:39
Joke:
Wow, indrukwekkend verslag en mooie foto zeg!
Dat gezin... Hadden jullie destijds ook kunnen doen met de 3 grote jongens?
Bij t idee alleen moet ik lachen.... X -
22 Juli 2014 - 14:10
Gerda:
Pff. Zo'n berg óp fietsen lijkt me al niets maar er áf is ook niet alles! Lijkt me best link met die snelheid. En rechtdoor is zeker geen optie. Kun je beter een keer gaan skydiven!
-
23 Juli 2014 - 09:18
Jeanette Waasdorp:
Petje af hoor voor jullie daredevils. Mooie foto's.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley