Zondag 29 juni 2014
Blijf op de hoogte en volg Jan Marten en Joke
02 Juli 2014 | Frankrijk, Labouheyre
87 km totaal 195 km
Aan algemene reisbeschrijvingen beleeft een mens weinig. Je kan tegenwoordig alles in enkele ogenblikken opzoeken op het overal bijna dwingend aanwezige tablet dat op elk schijnbaar willekeurig formaat en op elke locatie tevoorschijn wordt gehaald. En eerlijk gezegd: ook wij horen bij diegenen die zich zo manifesteren. Met drie iPhones, waarvan ik één op mijn stuur heb gemonteerd. In principe hebben Joke en ik elk maar één iPhone, maar ik heb toevallig nog twee toestellen die, nadat ze de geest hadden gegeven, spontaan weer gingen werken. In één geval pas nadat ik het apparaat zes maanden aan de voeding had gelaten. Het lijkt een beetje op het verhaal van autocoureur Schumacher, met dit verschil: mijn oudste iPhone doet alles weer als vanouds.
In Frankrijk is het niet anders dan in Nederland: iedereen onder een zekere leeftijd heeft een toestel aan het oor dan wel in de hand, al moet ik zeggen dat je hier wat minder iPads ziet op straat en in restaurants. En zeker niet aan het oor.
Maar drie iPhones is voor ons eigenlijk een noodzaak om een verslag als dit te maken.
Maar goed: het gaat ons dus niet om de reisbeschrijving. Wel om hoe alles op ons overkomt, hoe wij de dingen die wij zien en meemaken, ervaren.
Wij willen vooral vertellen van ontmoetingen.
Onze eerste bijzondere ontmoetingen zijn in Angoulème, waar we rond 16 uur aankomen. In een groot deel van de stad is de kathedraal niet te zien, vooral als je er bijna bent. Natuurlijk kun je gewoon proberen recht op je doel af te fietsen. Maar dat wordt meestal onmogelijk gemaakt door allerlei vormen van eenrichtingsverkeer en een wirwar aan wandelgebieden in het centrum. En daarbij: volg de borden en je komt er in ieder geval niet. Het is Frankrijk, man!
Met andere woorden: hoe dichter bij je doel, hoe meer het aan het zicht wordt onttrokken en hoe meer je door toedoen van anderen de verkeerde kant op wordt gestuurd. Iets om over na te denken tijdens onze lange traptochten.
We vragen de weg aan een vrouw maar zij blijkt een Duitse toerist te zijn, die zelf op zoek is naar de kathedraal.
We zoeken verder, rijden wat rond en staan bij het busstation stil. Een Aziatische vrouw komt naar ons toe. Beetje verlegen vraagt ze of we Engels spreken. Ik krijg de indruk dat ze geen Frans kent. We verstaan haar ondanks het feit dat er wat tanden in haar mond ontbreken. Ze vraagt ons naar de fiets en de uitrusting. Ze wil immers zelf zo graag een grote tocht per fiets maken. 'Wat kost zoiets nou?' Ze denkt dat een fiets twee- tot driehonderd euro kost. En de uitrusting ook zoiets.
Ze schrikt als ze hoort dat het op zijn minst het drievoudige is. 'Is het moeilijk om zo met bagage te fietsen? Ik kan al wel gewoon fietsen, hoor...'
Moeilijk in te schatten zo iemand: een naïviteit waar we misschien wel jaloers op zouden moeten zijn. Wel een durf om mensen op straat aan te spreken. Van haar horen we waar de kathedraal is. Onderweg komen we de Duitse vrouw weer tegen. Zij had de kathedraal al gevonden. Om de hoek...!
Eigenlijk is de kathedraal niet zo bijzonder van inrichting. Wel branden we een kaarsje.
De camping in Gurat bereiken we om 19 uur, later dan we hebben gehoopt, maar nog net op tijd om de (kennelijke) eigenaresse de grasmaaier binnen te zien halen. Het was een gezellige ontvangstruimte: een bar, zithoeken, bordspelletjes, een koelkast met drinken, een sfeervolle gelegenheid voor 100 personen. Maar behalve de eigenaresse, die ook in het zelfde gebouw woont, en ons nu te woord staat, is er niemand. We kunnen brood bestellen voor morgen. Mooi, het is anders drie km naar het dorpje.
Het terrein ziet eruit als een goede familiecamping. Tafeltennistafels, een speeltuin, een redelijk formaat zwembad. Leuke terrasjes. Veel grote emplacementen. Hier en daar staat een caravan opgesteld. En ze hebben hier een paar huisjes in de verhuur. Maar bij nadere inspectie zijn er geen andere campinggasten dan wij.
Hoewel: één van de huisjes lijkt bewoond. 's Avonds zien we nog een meisje van een jaar of negen daarvandaan lopen. Fijn, dat wij niet de enige campinggasten zijn. Morgen zullen we nog meer bedrijvigheid zien. Allereerst de man die ons het brood komt brengen. En dan weer datzelfde meisje dat tussen het huisje en de ontvangstruimte heen en weer holt; en een vrouw met een jongetje die zich bij de washokken ophouden.
De kinderen vertonen trouwens een opvallende gelijkenis met de eigenaresse. Hee, wacht eens even: die vrouw bij de washokken Ís de eigenaresse en het zijn haar kinderen. En de man van het brood is de eigenaar. Kortom: we kijken naar een toneelstukje van een gezin dat ons wil doen geloven dat er tenminste nog enige reuring is op deze vooralsnog eenzame plek.
Alles valt op zijn plaats als de vader de dochter om 8:45 in de auto naar school brengt. Het meisje roept nog even 'Au revoir!' naar ons, waarmee er een derde laag aan het toneelstukje wordt toegevoegd.
Wij blijven achter met de vraag: wie is hier eigenlijk te gast bij wie?
Ook iets om over te mijmeren als we de kilometers achter ons laten.
Jan Marten
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley